woensdag 8 september 2010

Na de oogst


Alain Castex
Bizarre gewaarwording. We stonden voor de deur van de cave van Ghyslaine Magnier en Alain Castex. Castex is naast Marcel Lapierre een soort mentor van de vin naturel beweging. Er zijn de voorlopers, zij die begrepen voor dat anderen begrepen. Van Castex heb ik al jaren geleden dingen geproefd die ik onbegrijpbaar achtte. Eigenlijk ondrinkbaar. Wild, ruig, barbaars, boordevol niet uitgegist leven leek het, en niet lekker. Maar altijd werd er ook iets naast gezet wat 7 of 10 jaar voordien was gebotteld. En altijd was dat weer wonderbaarlijk lekker. Raimond vertelde dat op de laatste ontmoeting van de assocation des vignerons naturels Alain weer een soort van lezing gegeven had hoe echte puur ongezadelde wijn zich ontwikkeld in de loop van de jaren. Het fenomeen is veel en veel interessanter dan hoe 'conventionele' wijn zich ontwikkeld. De expressie van het terroir kan zich soms pas na jaren openbaren, het ultieme evenwicht bereiken kost soms tien jaar, en in de tien jaar kunnen wijnen werkelijk van ondrinkbaar naar hemels lekker gaan en weer terug. Goed we stonden voor de cave en zonet was de vierde dag oogst binnengekomen en we liepen de mini-pers bijkans omver. Onder de pers en plastic ton waar het 'vloeibare' Co2 langs de randen naar beneden stroomde. Alsof we terug waren in de middeleeuwen waar de dorpsgek idiote scheikundige experimenten uitvoerde. Achter deze bubbelende en bruisende ton was het een gecoördineerde chaos. De echte dorpsgek van Banyuls hielp een handje mee, de kelderknechten waren in de weer met slangen, gassen, tonnen, persen en in de wolkbreuk schoonmaken van alles wat gebruikt en hergebruikt moest worden. De hagelstenen kwamen uit de lucht vallen en er brak paniek uit, want de oogst was nog lang niet binnen en de grootste vijand van rijpe druiven is de hagel. Maar als een meester die de slagvelden overziet wierp Alain een blik naar buiten, en knikte dat het goed was. Niets aan de hand, deze kunnen de druiven echt wel hebben, lekker voor de grond, morgen een dagje niet oogsten, kan 't weer even opdrogen, en hij knipoogde naar me dat hij over 5 minuutjes tijd voor ons had. Grapjurk, doe rustig aan, volgens mij heb je nog wel wat te doen. En terwijl de hemel werkelijk uit de lucht kwam vallen gingen we door met het observeren van de spannendste dagen van een wijnboer. Le jus. Toen alle zojuist geperste druiven in de vaten waren gepompt of gedonderd was er eindelijk tijd voor glaasje uit het vorige jaar. De cameraploeg vertrok, we zaten op het houten bankje naast de jongeling uit de Auvergne die 1200 flessen maakte per jaar, en het wonder van wat wij die middag hadden gezien en wat het na een jaar is geworden werd tastbaarder dan tastbaar. Na nog een knipoog en we gingen, geld tellen om te kijken of we wat kunnen kopen. En zo onze klanten te laten delen in de wondere wereld van de vin artisanale et naturel en zijn grootmeesters. En ook grootmeesters leren, bijvoorbeeld te zorgen dat het ook na een jaar lekker is, zoals we proefden op het houten bankje en oh, lekker.