bijgaande blog werd uitgesproken in de voorstelling 'Wish you were here' dd 12 december 2010, Stadsschouwburg Amsterdam
Ergens halverwege Werther van Jules Massenet. De hele voorstelling lang wordt de wereld van de onschuld en de jonge hond Werther en de echte wereld van elkaar gescheiden door een enorme schuifwand die open en dicht kan. Vóor de wand de echte wereld, blauw en grauw, de wereld van moeders en vaders, de wereld van moraal, van goed en slecht, van stand en prestige, van kan niet en hoort niet en hou je gedeisd.
En dan, langzaam gaat de wand weer open, langzaam wordt de grijsblauwe werkelijkheid overschaduwd door goud-oranje, door een eenvoudig walsje, door een verliefd paar dat langzaam en schrander en innig danst, maar het lijkt geen dans, het lijkt een zweven en zwerven in een oer-staat zonder wereld. Ik zou voor altijd willen blijven in deze staat zonder angst, verdriet, woede, in deze wereld van mijn zoon van 8 maanden, die niets anders kent dan dit, een vervelende tand die doorkomt, of een harde bloempot waar hij tegenaan bonkt daargelaten.
En tegelijkertijd weet je dat het niet anders kan dan dat het verdwijnt, en de you in wish you were here is voor mij dan ook deze staat van zijn. Die missen we allemaal, lijkt mij.
Het theater, zoals hier en nu, is een warm plekje om dit soort beelden te delen. Als het lukt beelden van een andere Platonische werkelijkheid die we wel herkennen maar die we een soort van vergeten waren. Alleen grote kunst, en grote wijn, daarover later meer, kan de sluier van deze oerbeelden oplichten. Soms lukt dit, en dan zit je met zijn allen opeens heel erg bij elkaar te zijn, en elkaar heel erg te kennen. Zie je wel, ik ben niet gek, ik wist t wel, dat gevoel. Niets eenzaam. En Werther van Jules Massenet en Willy Decker was zo'n zeldzaam moment
Ieder jaar op de derde zondag van november huur ik een enorme tent. Er komen er zo'n 25 wijnboeren over uit Frankrijk, met de auto, per trein, per vliegtuig, 500 kilometers heen en terug, 1400 kilometer heen en terug, ik nodig mijn klanten uit, ik huur glazen, tafels, wat extra personeel, vraag wat vergunningen aan. De zondag om 7 uur beginnen de tentenjongens te bouwen, de tent gaat open om 2 uur, de boeren komen tegen tweeën rustig aanslenteren, ze helpen nog een beetje, vlag ophangen, tafeltje anders zetten, om half drie staan ze zo'n beetje achter hun flessen en zijn de eerste 50 mensen binnen, om half vier is het vol, en om half 5 moeten we bijna dicht omdat er geen kip meer bij kan.
Mij zie je niet in de tent, ik zit achter mijn bureau en hoor dat het beregezellig is. Tentje huren, wijntje schenken, mensen verbinden.
Peter een goede vriend vroeg ooit aan me of ik zingen niet miste, ik had 10 jaar klassiek zang gestudeerd, en door omstandigheden was ik opeens wijnhandelaar. Nee dus, ik creëer nu gewoon mijn eigen theater, de vorm is anders maar de tent, de winkel, proeverijen, 't zijn ook allemaal kleine theatertjes waarin de mensen een warm plekje kunnen vinden.
Anne, 't was de dinsdag na de Salon van Vleck, die twee dagen duurt, de zondag wordt gevolgd door een boottocht met indisch buffet samen met de boeren, en een prof-dag voor de 'profs' met een afsluitend diner met een man of 80.
Anne werkt voor mij.
Anne: Jezus Michiel, heb ik gister nou aan de bar van Weber zitten grienen? Ik was het alweer vergeten, maar het was waar. De Salon was over, we waren moe en dronken, en we mistte ze nu al, die boeren, de klanten, de sfeer en de magie.
Anne, nogmaals: 'Weet je wat zo prachtig en eigenaardig is Michiel, de dagen na de Salon, dan is het net alsof ik verliefd ben, zo'n gevoel in mn buik, vlinders.
Ik had het ook, alsof je de hele nacht hebt liggen vrijen tot het licht wordt, en dan ergens in een café aan de gracht, na een paar uur slapen, om een uur of elf het ontbijtje met een eitje, zoiets, dat gevoel. Those were the days. Brak maar gelukzalig.
En dan Vin naturel.
Marcel Lapierre, zoveelste generatie wijnmaker van familie Lapierre dacht, nadat hij een aantal jaren zelfstandig bezig was zoals zijn opa en vader dat gewoon waren te doen: zo kan ik niet verder. Eigenlijk vind ik wat ik maak gewoon niet lekker meer. En met een paar vrienden ging hij op zoektocht naar een ander verhaal. Een verhaal waarin de druif hoofdstuk één was, en niet de wijntechniek, waarachter de druif niet meer te ontwaren was.
Le vin, c'est le nature, point! was en is de beroemde quote van Lapierre.
Geen van de zestig uitroepteken!, toegestane chemicaliën werden nog gebruikt. Geen zuren, geen suikers, geen kleurstoffen, geen van de ander 55 enge middeltjes, geen enzymen, geen kunstgisten én geen sulfieten, de meest agressieve van alle additieven, de veroorzaker van de kater, het sjagrijn, de slechte sfeer op feestjes, de agressie bij thuiskomst in het ouderlijk bed.
Maar terug naar de natuur, terug naar de staat van Werther.
Toen ik voor het eerst in aanraking kwam deze wijn wist ik níet wat me overkwam, ik was verbijsterd. Hoe kon het zijn dat dit bestond en dat ik dit nog niet wist en dat niet iedereen dit dronk. Zo puur, zo prettig, meer druivennectar dan wijn zoals ik die kende. Begeesterd leek het. Een ander ding. Het ging recht naar mijn hart. De volgende dag werd ik wakker en mijn eerste associatie was weer die smaak, die nog in mijn mond leek te hangen.
Ik ben voor de meneer gaan werken die dit importeerde en kreeg daar een eigenaardige opleiding. Ik stopte alles in mijn neus en mond, en ik hoefde alleen maar te zeggen of ik het lékker vond(!), bleek na een paar maanden van moeilijkdoenderij en grotewijnwoorden van mijn kant. Nee Chiel, gewoon zeggen wat je denkt, lekker of niet, eerste impuls volgen! Dag in dag uit, lekker of niet, lekker of niet. En wat is lekker? Lekker is eigenlijk prettig, eerlijk, en je wordt er vrolijk van. Dat leerde ik later weer, wijn daar wordt je vrolijk van.
Ik heb het nooit over smaak, mineraliteit, bosbessen of kruisbessen, kreupelhout of tabakstonen, ik heb een bloedhekel aan al deze termen, en ik zal u één voorbeeld geven hoe de grootste kenners en professionals gefopt zijn in blindproeverijen: een grappenmaker nodigde de top van de wereld uit op het gebied van oenologie, vinologen en sommeliers in de bordeaux. Het zette 8 witte wijnen voor, en iedereen moest de wijnen beschrijven. Wit: Kruisbessen, honing, acacia's etcblablalbla. Na de lunch 8 rode Bordeaux: rode bessen, bosbessen kreupelhoutblablabla. U voelt m misschien al aankomen, de grappenmaker had dezelfde wijnen voorgezet na de lunch, alleen met rode kleurstof gemengd. Lariekoek dus, de wijnkenners. Ik zeg altijd: als iemand beweert dat hij een wijnkenner is, onmiddellijk wantrouwen.
Lapierre zei en terecht, want dat zeggen alle grootheden: hoe meer ervaring ik heb, hoe meer ik weet, hoe groter het mysterie wordt, en hoe minder ik lijk te begrijpen. Nederigheid is gepast. Iedereen die een beetje snugger is en integer, voelt dat je dan de natuur zijn werk moet laten doen, omdat de natuur zoveel meer is en kan dan de door mensen bedachte techniek, techniek waar ook mijn boeren weet van hebben, maar zij hebben de moed gehad die af te zweren.
Gewoon zo weinig mogelijk ingrijpen, in een bepaalde strikte omgeving natuurlijk, net zoals je kinderen op laat groeien.
Chemische rommel toevoegen? Waarom is zoenen zo lekker? Omdat je zo verdomde goed kunt voelen met je mond. Waarom zou je dan in godsnaam wijn drinken die stijf staat van de agressieve additieven? Wijn is voelen, met je mond en met je lijf, en met de onderbuik en daar waar de geest huist.
Ik laat veel proeven en zie vaak de door ons geroemde glimlach-reflex, letterlijk, de mondhoeken die omhoog krullen. Ik liet eens een klant, die een echte off-day had, iets onnavolgbaar puurs en eerlijks proeven, en ik zag letterlijk de stress uit zijn lijf verdwijnen, ik zag letterlijk dat de ruggengraat zich spande en dat hij weer rechtop ging staan, met een glimlach! Mentaal, spiritueel en fysiek volgelopen, voor mijn ogen.
'de wereld wordt echt beter van deze wijn!'. zei laatst iemand anders in mijn winkel. Klinkt extreem, maar is wel waar.
Ik heb het geluk dat ik mij dag in dag uit kan laven, alles met mate natuurlijk, aan mijn wijnboeren uit Frankrijk. Wijn waarbij het gevoel je bekruipt dat wijn maken niet zo moeilijk kan zijn, gewoon druiven pletten en in een vaatje stoppen en wachten tot het op de fles kan. Als dat gevoel je bekruipt heb je te maken met een groot wijnmaker, net zoals je van echt goede zangers denkt: die is er mee geboren, dát is 'm komen aanwaaien. Kan niet zo moeilijk zijn, dat zingen.
Zingen is ook niet zo moeilijk, leren zingen, da's moeilijk.
Wij nemen zo een glas van een man die de druif miste, die de aarde miste, die zijn eigen onnavolgbaar grote menszijn in zijn product miste, en die op zoek ging naar de grootsheid van de natuur. Ik hoop dat ook u een vonkje proeft van onze aarde, onze kosmos, van Marcel en van uw buurman.
woensdag 5 januari 2011
Abonneren op:
Posts (Atom)